Nikon AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR Bedienungsanleitung Seite 123

  • Herunterladen
  • Zu meinen Handbüchern hinzufügen
  • Drucken
  • Seite
    / 200
  • Inhaltsverzeichnis
  • LESEZEICHEN
  • Bewertet. / 5. Basierend auf Kundenbewertungen
Seitenansicht 122
124
Nl
Opmerkingen over het gebruik van vibratiereductie
Druk de ontspanknop half in, wacht tot het beeld in de zoeker
niet meer trilt en druk dan de ontspanknop helemaal in.
•Als gevolg van de vibratiereductie kan het beeld in de zoeker onscherp
worden nadat u ontspanknop hebt ingedrukt.
Zet de schakelaar voor de VR-stand op TRIPOD om cameratrilling en onscherpte van
het beeld in de zoeker bij gebruik van een driepootstatief te verminderen. Bij zeer
lichte cameratrilling wordt het systeem voor vibratiereductie mogelijk niet geactiveerd.
Daarentegen kan het VR-systeem zelfs cameratrilling in het objectief veroorzaken. In
dat geval moet vibratiereductie worden uitgeschakeld. Wanneer u een driepootstatief
met een losse kop of een éénpootstatief gebruikt, selecteert u de stand NORMAL.
•Wanneer u met de camera een meetrekkende beweging maakt, zet u de
schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL.
•Wanneer u de camera meetrekt in een grote boog, worden trillingen in de
richting van de beweging niet gecorrigeerd. Als u de camera bijvoorbeeld
horizontaal beweegt, worden alleen de verticale trillingen verminderd,
waardoor u mooie, stabiele opnamen kunt maken.
Schakel de camera niet uit en verwijder het objectief niet van de camera
wanneer vibratiereductie is ingeschakeld. (Als u dat wel doet, maakt het
objectief een ratelend geluid als de camera wordt bewogen. Dit duidt niet op
een storing. Zet de camera weer aan om vibratiereductie uit te schakelen.)
•Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
8. Scherptediepte
De scherptediepte kan bij benadering worden bepaald
met behulp van de scherptediepteschaal. (Fig. 9)
•Als de camera een knop of hendel voor
scherptedieptecontrole heeft, kunt u de
scherptediepte controleren terwijl u door de zoeker
van de camera kijkt.
•Zie p. 196 voor meer informatie.
9. Het diafragma instellen
Aangezien het objectief niet is uitgerust met een diafragmaring, moet u het
diafragma op de camera instellen.
Scherptediepte-
schaal
Afstands-
indexlijn
Fig. 9
Seitenansicht 122
1 2 ... 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 ... 199 200

Kommentare zu diesen Handbüchern

Keine Kommentare